“De bevestigingsleer hoeft niet meer bewezen te worden. Het gaat om de evidentie van het mensenhart” (A. Terruwe).
In de jaren vijftig ontwikkelde Terruwe haar theorie over de frustratieneurose, een ziektebeeld waaraan volgens haar vooral in het Westen veel mensen lijden. Klachten die bij deze 'ziekte der begaafden' horen zijn eenzaamheid, angstgevoelens, contactarmoede, identiteitsstoornissen en depressiviteit. De ziekte wordt veroorzaakt door een tekort aan bevestiging in het zijn en goed zijn. Terruwe kritiseerde de westerse cultuur van de zelfbevestiging door het nastreven van status, macht en genot; een cultuur die de openheid voor het goede in de mens blokkeert. In de bevestigingstherapie, het antwoord dat Terruwe op de frustratieneurose ontwikkelde, wordt ruimte gegeven aan andere vormen van rationaliteit dan in de psychologie gebruikelijke. “Het wezen van de bevestiging speelt zich niet af in het kennend intellect. Het is een wederzijdse goedheidsonthulling tussen mensen.” - Trouw.nl
Alle mensen hebben een aangeboren behoefte aan menselijke liefde. Op de Goddelijke tussenkomst na is het noodzakelijk om die liefde van mensen te ontvangen opdat men zich goed en waardevol kan voelen. Om liefde te kunnen schenken moet men die dus eerst hebben ontvangen. Dit gebeurt echter pas zodra iemand zichzelf als goed, mooi en genegen kan zien.